Op het voorblad staat ons standaard-tekstje: “We maken elk kwartaal een overzicht van wat er gebeurt op de koopwoningmarkt. Leuk om te lezen als je zelf wat zoekt”, zeggen we. Maar ja, echt leuk is het niet meer op de woningmarkt. En in dit tweede kwartaal van 2021 is het er wéér niet beter op geworden.
Er zijn zo weinig huizen te koop of te huur, dat het bijna niet meer lukt om een woning te vinden. In de sociale huur (tot ongeveer € 760) moet je jarenlang geduld hebben voor je aan de beurt bent. Een huurhuis in het middensegment is nauwelijks te vinden. Jonge mensen zitten dus klem: bij een huurprijs vanaf € 1.200 moet je wel een heel goede baan hebben. Wil je liever kopen? Betaalbare koopwoningen zijn er eigenlijk niet meer. Misschien lukt het met hulp van je ouders. Maar let op: overbieden is bijna altijd noodzakelijk.
Lana Gerssen (vakgroep Wonen) vertelt in de NVM-kwartaalrapportage over de rol van de makelaar in deze ongekende tijden. Niet kunnen kopen leidt tot frustratie, en die wordt vaak in de schoenen van de makelaar geschoven. “Onze makelaars zijn professionele dienstverleners. De aankoopmakelaar staat voor het belang van de koper en de verkoopmakelaar doet dat voor de verkoper. De enige uitweg uit de impasse van de krappe markt is slagvaardig, snel en slim bouwen en daarmee het marktaanbod verruimen”, aldus Gerssen.
Wil je meer weten over de huizenmarkt? Houd dan onze social media kanalen in de gaten, binnenkort komt er weer een interessante podcast aan! Abonneer je via onderstaande button!